Heeft Nederland sinds de ratificatie 8 jaar geleden genoeg gedaan om de achtergestelde positie van mensen met een beperking te verbeteren? Het VN-comité toetst Nederland in een openbare hoorzitting op de uitvoering van het VN-verdrag Handicap, op 15 augustus in Genève.
Het ligt in de verwachting dat de Nederlandse overheid flink aan de tand gevoeld gaat worden door de VN. Sinds de invoering van het verdrag is de positie van mensen met een beperking in Nederland eerder verslechterd dan verbeterd.
Deelname bestuurslid Per Saldo
Een delegatie van mensen met een beperking en hun organisaties, waaronder Per Saldo en Ieder(in), spreekt op 13 augustus in Genève met het VN-comité. In voorbereiding daarop heeft de delegatie op 22 juli al met een deel van het VN comité gesproken. Caroline Boerma, bestuurslid bij Per Saldo, hield een pitch over het pgb. Zij heeft in een paar kernzinnen de belangrijkste knelpunten rondom het pgb benoemd, zoals de te lage tarieven en de steeds strengere voorwaarden.
Het proces in Genève is te volgen via de website Ieder(in), Je wordt op de hoogte gehouden via het WhatsApp-kanaal van Ieder(in).
Caroline Boerma
Caroline liep ruim 20 jaar geleden een dwarslaesie op, en ontdekte na twee jaar revalidatie wat het betekent om een handicap te hebben. Er was veel overtuigingskracht voor nodig om aan het werk te kunnen blijven bij haar oude baas. Aanpassingen van het huis waren te duur. ‘Waarom ga je niet naar het verzorgingshuis in het dorp?’ En dat was nog maar het begin. ‘Ik heb intussen veel barrières geslecht en hordes genomen om te komen waar ik nu ben. Voor alles wat normaal is voor een ander moet ik een gevecht leveren. En iedere keer weer opnieuw. En ik hoor en zie dat dit voor anderen precies zo is’, vertelt Caroline. ‘Toen mij werd gevraagd of ik mee wilde naar Genève om aan het VN-comité aan te geven hoe de stand van zaken is van het VN-verdrag Handicap, zei ik dan ook direct ja.’
Genève (on)beperkt
Bij de voorbereidingen voor de reis bleek ook maar weer eens hoe weinig aangepast de wereld nog is. De delegatie zou in Genève bij elkaar in een hotel zitten. Al snel belde de reisorganisatie: het hotel kon geen bedden uit de kamer halen. Terwijl Caroline toch echt een hoog-laagbed nodig heeft. En er waren nog meer hulpmiddelen nodig. ‘Ik belde daarom zelf maar naar de voorzieningen-leverancier in Genève en vroeg aan welke hotels zij leveren. Ik was hoogst verbaasd toen ik hoorde dat het hotel waar de delegatie naartoe gaat ook werd genoemd! Na heel stevig aandringen bij het hotel bleek het toch wél mogelijk dat de bedden uit de hotelkamer worden gehaald.’ Bij het regelen van de hulpmiddelen bleek vervolgens dat er niet geleverd wordt in het weekend, terwijl de delegatie in het weekend aankomt. Vervolgens bleek haar rolstoel te zwaar en kon zij niet dezelfde terugvlucht nemen als de rest van de delegatie. Ze kon gelukkig met een andere vlucht mee, helaas tegen een hoger tarief. De inclusieve samenleving heeft dus, ook buiten Nederland, nog een lange weg te gaan.