Op 5 oktober was het Gehandicaptendebat in de Tweede Kamer. Tijdens dit debat ging de Kamer in overleg met de minister. Er zijn een aantal voor de budgethouder zeer relevante onderwerpen aan bod gekomen, zoals de kortdurende beschikkingen voor mensen met een langdurige of levenslange beperking en de wachtlijsten binnen de zorg voor mensen met een beperking. Vervolgens konden Kamerleden tijdens het tweeminutendebat van 18 oktober moties indienen over de besproken onderwerpen. Vervolgens werd op 24 oktober gestemd en zijn 2 moties aangenomen die met het pgb te maken hebben:
- Gemeenten moeten stoppen met resultaat beschikken
- Er moet meer bestaanszekerheid voor ouders komen
Resultaatgericht beschikken
Er zijn nog altijd gemeenten die resultaat gericht blijven beschikken, ondanks dat het in strijd is met wet en regelgeving. Resultaatgericht beschikken is een benadering waarbij de focus ligt op het bereiken van een specifiek resultaat, bijvoorbeeld ‘een schoon huis’, in plaats van het uitvoeren van bepaalde taken binnen een bepaalde tijd. De staatssecretaris gaf eerder al in een brief aan de Kamer aan niet door te gaan met resultaatgericht beschikken en het Wetsvoorstel in te trekken. De VNG is nog aan het kijken naar een alternatief, maar ook daarbij wordt naar onze mening de rechtspositie van de hulpvrager onvoldoende geborgd.
Samen met andere cliëntorganisaties hebben wij ons flink ingezet om een beschikking voor de Wmo en de Jeugdwet altijd in uren te ontvangen. We zijn enorm blij dat ook het overgrote deel van de Tweede Kamer vindt dat een beschikking altijd in uren afgegeven moet worden, zodat voor iedereen duidelijk is waar je aanspraak op kunt maken.
Aangenomen motie resultaatgericht beschikken
De Tweede Kamer heeft 24 oktober een motie aangenomen waarin staat dat de Kamer concludeert dat de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat deze manier van werken zonder tijdsindicatie onvoldoende rechtszekerheid biedt en in strijd is met de wet. Gemeenten die deze werkwijze toepassen dienen deze zo snel mogelijk aan te passen. Vanaf 1 januari 2024 mogen gemeenten alleen nog maar beschikkingen met een tijdsindicatie afgeven. Gemeenten dienen een hersteloperatie te starten voor afgegeven beschikkingen zonder tijdsindicatie.
Bestaanszekerheid van nabestaanden
Een zorgverlener die ook familielid is, mag in principe geen arbeidsovereenkomst aangaan met de budgethouder, vanwege het gebrek aan een gezagsverhouding. Daardoor hebben ouders die ook zorgverlener zijn voor hun kind geen sociaal vangnet. Als hun kind komt te overlijden, stopt het werk, en stopt direct de vergoeding vanuit het pgb. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelde eerder dit jaar dat pgb-zorgverleners die via een arbeidsovereenkomst in een particulier huishouden werken niet mogen worden uitgesloten van het recht op sociale zekerheid.
De uitspraak van de CRvB vinden wij een stap in de goede richting. We zijn blij dat de Tweede Kamer nu ook aan de slag gaat met de bestaanszekerheid van ouders/naasten. Wij pleiten al langer voor meer bestaanszekerheid, zoals een overbruggingsperiode, voor deze groep zorgverleners.
Aangenomen motie bestaanszekerheid nabestaanden
De Tweede Kamer heeft 24 oktober een motie aangenomen waarin staat dat de Kamer concludeert dat nabestaanden, ouders die langdurig hebben gezorgd daardoor, in een moeilijke periode, geraakt worden in hun bestaanszekerheid. De minister heeft aangegeven in haar Kamerbrief dat het haar insteek is om de komende periode haalbare en uitvoerbare oplossingen uit te werken voor deze zorgverleners. En de Kamer verzoekt de minister om een voorkeursscenario uit te werken en dit begin 2024 met de Tweede Kamer te delen.