Vier jaar geleden zijn er afspraken gemaakt met gemeenten, zorgverzekeraars en leveranciers om de dienstverlening op het gebied van hulpmiddelen te verbeteren. Deze afspraken worden nog steeds niet goed nageleefd. En dus lopen mensen nog altijd tegen tal van problemen aan bij aanvraag, levering en reparatie van hulpmiddelen. Dit blijkt uit de eindrapportage van de Hulpmiddelenmonitor.
De Hulpmiddelenmonitor is een initiatief van Ieder(in), CP Nederland, DON, EMB Nederland, Per Saldo, Patiëntenfederatie Nederland en Spierziekten Nederland. In 2022 verscheen de eerste rapportage. Nu is ook de eindrapportage verschenen. Die is gebaseerd op 668 meldingen die zijn binnengekomen van 26 juli 2022 tot en met 31 juli 2023.
Meldingen komen vooral van mensen met een beperking
De monitor gaat vooral over mensen die vanaf hun geboorte een beperking hebben of deze op jongere leeftijd hebben gekregen. Driekwart van de mensen in de monitor is jonger dan 65 jaar. De hulpmiddelen moeten hen in staat stellen om een leven op te bouwen en te participeren in de maatschappij. Daarin verschillen ze van ouderen die vaak alleen voor hun laatste levensfase hulpmiddelen nodig hebben.
Geen aanspreekpunt bij gemeente
Verreweg de meeste meldingen gaan over hulpmiddelen die via de gemeente zijn verstrekt. Het gemiddelde rapportcijfer voor het contact met de gemeente is een 5,3. De helft van de aanvragers van een hulpmiddel heeft – anders dan afgesproken – geen vast aanspreekpunt of weet niet of ze een vast aanspreekpunt hebben. Bijna 60% vindt dat de gemeente hen niet goed op de hoogte heeft gehouden van de voortgang van de aanvraag.
Redelijk goed nieuws is wel, dat adviezen van ergotherapeuten en revalidatieteams in de meeste gevallen geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Zowel door de gemeenten als door de leveranciers van hulpmiddelen.
Geleverde hulpmiddel voldoet vaak niet
Ook bij de levering gaat veel mis. Ruim de helft zegt dat de leverancier niet in overleg met hen het hulpmiddel heeft uitgekozen en 57% heeft niet de mogelijkheid gekregen om het hulpmiddel uit te proberen. Verder klagen veel mensen ook over de lange doorlooptijden (voor het hulpmiddel er is). Zelfs bij complexe aanvragen – bijvoorbeeld voor een elektrische rolstoel op maat – worden de afspraken niet nagekomen. Zo hebben mensen bij de leverancier vaak geen casemanager. En het achteraf checken of alles in orde is, blijft vaak achterwege.
De tevredenheid over het geleverde hulpmiddel is dan ook relatief laag. Slechts 55% vindt het hulpmiddel een goede oplossing, 45% had liever een ander of beter hulpmiddel gewild. De laatste groep noemt vaak dat het hulpmiddel – meestal een rolstoel – niet de juiste afmetingen heeft of dat ze een lichter hulpmiddel hadden gewild. Hoe fout het soms gaat blijkt uit het volgende citaat:
“Als ze de oude stoel hadden gefotografeerd, dan was de nieuwe niet met een te klein en te smal werkblad geleverd… en mijn armondersteuning was te kort Ik heb alleen nog een beperkte handfunctie. Kon hierdoor de rolstoel niet bedienen.”
Spoedreparaties gebeuren zelden binnen 24 uur
Een pluspunt is dat de meeste mensen wel goed worden voorgelicht over waar ze moeten aankloppen voor reparaties. Daar staat tegenover dat velen ontevreden zijn over de uitgevoerde reparaties. Meer dan de helft geeft de reparatie een onvoldoende. Zo ook de melder die dit overkwam: “Rolstoel was wekenlang weg en bij terugkomst was het probleem niet opgelost.”
En reparaties die met spoed moeten gebeuren – omdat de betrokkene niet zonder het hulpmiddel kan – worden maar zelden uitgevoerd binnen 24 uur, zoals is afgesproken.
Pgb en hulpmiddelen
Ook met een pgb hulpmiddelen aanvragen blijkt niet goed geregeld bij gemeenten. Mensen moeten vaak bijbetalen aan de aanschaf of het service en onderhoud. Uit het onderzoek komt naar voren dat ruim 74% van de mensen die bij de gemeente een hulpmiddel aanvragen niet worden gewezen op de mogelijkheid dit met een pgb te kunnen regelen. Er wordt zelfs door een gemeente gezegd dat het niet mogelijk is een hulpmiddel vanuit een pgb te kunnen krijgen. Van de 31 personen die het hulpmiddel met een pgb hebben aangeschaft geeft 10% aan zelf bij te moeten betalen, soms zelfs ruim 60% van de aanschafwaarde. Daarnaast is 7% in bezwaar gegaan tegen de hoogte van de vergoeding. 33% geeft aan dat er geen afspraken zijn gemaakt over kosten voor service en onderhoud, daarnaast geeft ruim 20% aan niet te weten of er iets is geregeld voor service en onderhoud en soms is de vergoeding voor service en onderhoud verlaagd, zelfs tot 40%.
Oproep: het moet anders!
Tot slot nog een treurige constatering. De resultaten van deze tweede en laatste rapportage zijn minder goed dan die van de vorige rapportage. De gemaakte afspraken worden dus minder goed nageleefd dan een jaar eerder. Wij, de organisaties achter de monitor, vinden dan ook dat het zo niet verder kan. De verschillen tussen gemeenten zijn te groot en zeker bij complexe aanvragen gaat er veel te veel mis. De monitor laat zien dat hulpmiddelenverstrekking via gemeenten voor mensen met een beperking niet werkt. Er is meer expertise en meer eenduidigheid nodig. Wij pleiten daarom voor een aparte landelijke hulpmiddelenregeling voor deze groep.
Luister ook naar het radiofragment van Radio 1 met Maaike Ballieux-Hamel, bestuurslid Iederin: Te kleine rolstoelen en lange wachttijden: nog steeds veel problemen met zorghulpmiddelen | NPO Radio 1