‘Gemeenten, geef iemand de zorg die hij nodig heeft’
Hij kan gerust een ‘omdenker’ genoemd worden. Erik Dannenberg (57) helpt graag mee om het gemeentelijk sociaal domein ‘opnieuw uit te vinden’. Los van het ‘verzekeringsdenken’, dat de afgelopen jaren in zijn visie heersend is geweest. Los van het denken in pgb of zorg in natura. Uitgaande van het meest belangrijke: de eigen regie van de zorgvrager. Nieuwsgierig naar hoe hij dit voor zich ziet, leggen we hem eerst een aantal vragen voor, waardoor we hem beter leren kennen. Vervolgens gaat Aline Molenaar, onze directeur, met hem in gesprek over uitkomsten uit het grote pgb-onderzoek en richten zij hun blik op de toekomst.
Tekst: Arlette van Dort (deel 1) en Martha Vlastuin (deel 2)
Op dit moment is Erik Dannenberg onder andere lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en voorzitter van Divosa. Dat is een vereniging die gemeentelijke directeuren en leidinggevenden in het sociaal domein ondersteunt met kennis, netwerk en belangenbehartiging. De hogere ambtenaren dus, die werken op basis van de Participatiewet, de Wmo2015 en de Jeugdwet. De eerste 20 jaar van zijn carrière werkt Erik in de verslavingszorg, crisis/maatschappelijke opvang, maatschappelijke dienstverlening en jeugdgezondheidszorg. Die brede praktijkervaring neemt hij mee in zijn daaropvolgende functies, onder andere als wethouder in zijn woonplaats Zwolle en bestuurslid van de VNG.
Erik is getrouwd, heeft twee volwassen kinderen en twee kleinkinderen.
Deel 1: onze vragen aan Erik Dannenberg
Veelgestelde vragen
Deel 2: Aline Molenaar in gesprek met Erik Dannenberg
Significant heeft in opdracht van het ministerie van VWS een uitgebreid onderzoek gedaan naar de betekenis en waarde van het pgb. Daar zijn 5 meest belangrijke bouwstenen uit voortgekomen. In het gesprek hierover delen Aline Molenaar en Erik Dannenberg elkaars visie. Met uiteindelijk een gezamenlijk doel: het voor de zorgvragers zo samenhangend en logisch mogelijk te maken. Totdat nieuwe wetgeving een eenvoudiger systeem toelaat.
Veelgestelde vragen
Het gesprek gaat door. Wat is volgens Erik de ideale manier om mensen met een beperking mee te laten doen in de samenleving?
Erik: ‘Ik ben niet tegen ’zin’, ik ben niet tegen het pgb, maar we exploreren de tussenliggende wereld onvoldoende. We moeten er meer tijd in steken om daar samen over na te denken. Zolang de rijksoverheid vier wetten in stand houdt die relatief dicht tegen elkaar aan liggen, en waarbij mensen vaak in meerdere tegelijk zitten, blijft het heel lastig om dit georganiseerd te krijgen. Dus op de korte termijn moeten we creatief zijn en veel meer vanuit het plan denken, zonder ons blind te staren op wetten en verordeningen.’
Aline: ‘We hebben veel geleerd van twee experimenten met het integraal budget, die overigens niet tot het gewenste resultaat leidden. Het blijkt niet in te passen in het proces van de verschillende verstrekkers. Maar degenen die meededen zijn er wel erg gelukkig mee. Daarom blijven we er toch aan vasthouden. Dit moet toch een keer lukken zou je zeggen? Wat vind jij ervan?
Erik: ‘Vanuit het oogpunt van de inwoners die ondersteuning of hulpmiddelen nodig hebben, snap ik de wens volkomen. Feit is dat de verschillende systemen en wetten niet aan elkaar te schroeven zijn. Wat in de ene wet kan, is in de andere onrechtmatig. Wat we nodig hebben is nieuwe, ik zou zeggen, persoonsvolgende wetgeving.’
Aline: ‘Wij denken aan een ‘parapluwet’, een nieuwe wet die het integraal budget wettelijk mogelijk moet maken.’
Erik vindt dat een goed idee. ‘Een wet die legaliseert dat gemeenten een integraal budget verstrekken, samengesteld vanuit alle betrokken systemen, zoals de zorgverzekeraar, het UWV, Wlz. Ik zou Per Saldo én de gemeenten willen uitnodigen om te kijken of er meer mogelijk is dan alleen het denken in een pgb of zorg in natura. Als je eigen regie als uitgangspunt neemt, dan zijn er, zoals ik al eerder zei, heel veel mengvormen denkbaar, waarbij de nu vaak sturende zorg in natura, veel faciliterender van aard kan zijn. Maar zover is het nog niet. Ik denk dat we, totdat het rijksysteem wat logischer wordt, er alles aan moeten doen om het in de tussentijd voor de inwoners zo samenhangend en logisch mogelijk te maken.
Aline: ‘En werken aan herstel van wederzijds vertrouwen, laten we dat niet vergeten. Want dat is in veel gevallen ernstig beschadigd.’