In 1993 maakte Hinne Klein (50) voor het eerst kennis met het pgb. ‘Thuiszorg paste niet bij mij. Toen ik 19 was koos ik ervoor om een opleiding te volgen. Daardoor had ik altijd conflicten met thuiszorg. Over de tijd dat ik naar school moest en dat ze de zorg niet konden leveren. En dan lag ik weer te wachten en miste ik de lessen. Dat soort dingen. Ik ontmoette een ervaringsdeskundige die me over het pgb vertelde. Ik kon toen meedoen aan een experiment bij Per Saldo en kreeg mijn pgb. Daardoor heb ik kunnen studeren en heb ik nu een carrière.’
Naast haar carrière zet Hinne zich in om voor het pgb te strijden: ‘Theo Zwetsloot, een van de grondleggers van het pgb, kende ik ook goed. We hebben het pgb echt bevochten. Hij kwam in pyjama naar een symposium omdat hij nooit op tijd aanwezig had kunnen zijn, als hij met aankleden had gewacht op de thuiszorg. De strijd die toen is geleverd, mogen we absoluut niet vergeten! Daarom moeten we blijven opkomen voor het pgb. Het moet blijven zoals het ooit is bedoeld. Een instrument waardoor mensen met een beperking zelf hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen, net als ieder ander. Daarvoor wil ik een lans breken’.
Indicatie voor het leven
In de toekomst zal Hinne graag een paar dingen anders willen zien. Onder andere de herindicatie. ‘Met een Zvw-pgb moet ik zelf een wijkverpleegkundige zoeken. Vind die maar eens. Als deze verbonden is aan een organisatie, dan is het de vraag of de indicatie niet te veel wordt afgestemd op de mogelijkheden van die organisatie. Ik ga liever naar een onafhankelijke instantie zoals het CIZ. En een indicatie voor de rest van mijn leven, dat zou het beste zijn. Niet elke twee jaar kijken of ik het met tien minuten minder kan doen.’
Een ander ding is nu dat er vaak geen kwalitatieve zorg is: ‘Daar hoor je de minister ook over. Begrijpelijk, maar dat kan je oplossen. Dus geef ons als budgethouders met een Zvw-pgb de mogelijkheid om onze medewerkers een scholing of een verkorte opleiding te laten doen zodat ze vaardigheden kunnen opdoen’.