Meningsverschillen heb je overal, ook in jullie initiatief. Bij alle betrokkenen kunnen irritaties ontstaan, zoals bij bewoners, ouders, bestuur, zorgaanbieder, individuele zorgverleners, de woningcorporatie en de subsidieverstrekkers.
Zorg dat je bent voorbereid op conflictsituaties. Maar het belangrijkste is: probeer te voorkomen dat meningsverschillen echte conflicten worden.
Een open communicatie tussen bewoners, ouders, bestuur, zorgaanbieder en individuele zorgverleners speelt daarbij een grote rol.
Zorg ook dat iedereen vaak genoeg met elkaar in gesprek gaat. Ga bijvoorbeeld regelmatig met bestuur en ouders om tafel zitten. Dat geldt ook voor bestuur en zorgaanbieder. Verder kun je bijvoorbeeld regelmatig een huiskameroverleg met bewoners organiseren.
Hebben ouders vragen of lopen ze ergens tegenaan? Probeer dit zo snel mogelijk op te lossen.
Kom je er samen niet uit, zorg dan voor een onafhankelijke tussenpersoon. Een mediator bijvoorbeeld kan helpen het probleem op te lossen. In de overeenkomst met het ouderinitiatief kun je het verplicht inschakelen van een mediator vastleggen.
Hebben de bewoners een Wlz-indicatie? Dan moet je, vanuit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), een klachtenregeling hebben en je aansluiten bij een geschillencommissie.
Meer hierover lees je op de pagina De regeling voor wooninitiatieven.
Je kunt de afspraken om conflicten op te lossen opnemen in het huishoudelijk reglement.
Spreek een zogeheten ‘getrapte procedure’ af. Je gaat eerst met elkaar in gesprek. Kom je er niet uit, dan volgen bijvoorbeeld gesprekken met iemand anders erbij. Een bindend oordeel van een externe deskundige is echt het laatste redmiddel.
Klachtenreglement