Er heeft afgelopen week overleg plaatsgevonden tussen het ministerie van VWS, Per Saldo, V&VN en ZN over de indicatiestelling in de kindzorg thuis. De problemen spelen vooral bij indicaties voor het Zvw-pgb. Het ministerie, de zorgverzekeraars en de vertegenwoordigers van budgethouders en verpleegkundigen delen dat er snel meer helderheid moet komen over het indicatieproces.
Zij hebben daarom de volgende afspraken gemaakt:
- Het uitgangspunt is dat het beleid ongewijzigd is: het is nog steeds mogelijk om, als die zorg doelmatig en rechtmatig is, informele zorgverleners in te kopen met een Zvw-pgb.
Toelichting door ZN:
De tekst in het Zvw-pgb reglement (paragraaf 4.9 uit Reglement Zvw-pgb 2020) is geen nieuwe inhoudelijke weigeringsgrond. Het is een andere omschrijving van gebruikelijke zorg, zoals eerder in het reglement stond, gebaseerd op de duiding van het Zorginstituut en met akkoord van de NZa. Wijkverpleegkundigen indiceren de zorgbehoefte en geven daarbij aan welk deel vanuit de wettelijke aanspraak wijkverpleging onder de Zvw zou vallen. Het maakt niet uit of dit nu zorg in natura of een pgb betreft. Bij zowel zorg in natura als pgb wordt ook gekeken wat het netwerk zelf kan doen.
Zorgverzekeraars toetsen bij de aanvraag voor een Zvw-pgb of de indicatie volgens de normen van de beroepsgroep is geïndiceerd. Mocht een pgb-aanvraag uren bevatten die niet onder de Zvw vallen en die niet doelmatig en/of rechtmatig zijn, dan mag een zorgverzekeraar deze uren afwijzen. Hoe het Zvw-pgb na toekenning door de zorgverzekeraar wordt ingezet, is aan de budgethouder. De budgethouder kan zelf kiezen voor het inzetten van informele en/of formele zorgverleners.
- V&VN heeft toegezegd de werkwijzen waarop zij indicatie stellen waar nodig te verhelderen voor de kindzorg thuis. Dit wordt vastgelegd in beroepsnormen. Bijvoorbeeld op het gebied van inzet van het (cliënt)netwerk (voorheen: gebruikelijke zorg). De aanvullingen of wijzigingen zullen, zoals dat gebruikelijk is bij beroepsnormen, vóór publicatie ter advisering worden voorgelegd aan betrokken partijen in de kindzorg en wijkverpleging. Uiterlijk 1 mei 2020 zal dit document gepubliceerd worden.
- ZN heeft aangegeven dat ouders zich voor maatwerk kunnen melden bij de eigen zorgverzekeraar. Bijvoorbeeld als zij het oneens zijn met de indicatie en/of toekenning van het Zvw-pgb. De zorgverzekeraar gaat dan in gesprek met de ouders en de indicerend wijkverpleegkundige. De zorgverzekeraar zet zich in om na te gaan of de indicatie in lijn is met de huidige kaders. Daar waar het niet klopt, kan in overleg met de indicerend wijkverpleegkundige een herindicatie plaatsvinden. Daar waar de indicatie wel klopt, maar de verandering grote impact heeft op de organisatie van zorg tussen de huidige situatie naar de nieuwe situatie, zal de zorgverzekeraar in overleg met de indicerend wijkverpleegkundige en ouders ondersteuning bieden bij een soepele overgang.
Hoe nu verder?
Maandag krijgen we een lijst met contactpersonen per zorgverzekeraar. Vanaf dan kun je direct contact opnemen met de persoon die hierover gaat bij je eigen zorgverzekeraar.
Daarnaast heb je als ouder verschillende mogelijkheden om de indicatie of toekenning opnieuw te laten bekijken. Bijvoorbeeld een second opinion, een heroverweging of een klacht bij de SKGZ (Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen). Deze zijn afhankelijk van je situatie. Wil je weten wat je kunt doen, neem dan contact op met onze medewerkers van de Advieslijn.
Wat vinden wij?
Wij zijn al maanden intensief betrokken bij alle overleggen en hebben passende oplossingen aangedragen. Het is hoog tijd dat er nu afspraken zijn en ouders geholpen kunnen worden. En dat er wordt gezegd dat informele zorg mogelijk blijft. Wij blijven de komende tijd nauw betrokken bij het vervolgproces, bij overleggen, blijven knelpunten aan de orde stellen en oplossingen aandragen.