Margot Bos

Margot Bos (1964) is moeder van drie kinderen, vertegenwoordiger van haar zoon Pieter (1995) en voorlichter bij Per Saldo. Het mooie aan haar werk bij Per Saldo vindt Margot dat ze het verschil kan maken voor de individuele budgethouder en kan bijdragen aan het grotere geheel.

Margot: ‘Wet- en regelgeving wordt in Den Haag bedacht. Ik ga dan altijd na wat dit voor jou en mij betekent als budgethouder of vertegenwoordiger. Dit vertel ik in mijn cursussen in begrijpelijke taal. Daarnaast hoor ik de verhalen van budgethouders en vertegenwoordigers. Waar lopen ze tegenaan en wat kan beter? Deze verhalen zet ik door naar onze beleidsafdeling. Zij zorgen ervoor dat dit in Den Haag terecht komt en dat Kamerleden zien wat de keuzes die zij maken betekenen voor budgethouders en vertegenwoordigers.’

In de cursussen deelt Margot ook haar eigen verhaal en ervaringen. ‘Wat ik altijd meegeef in mijn cursussen is dat elk kind recht heeft op zijn eigen zelfstandigheid en op loskomen van zijn of haar ouders. Mijn zoon Pieter is verstandelijk beperkt en ging toen hij twintig was uit huis en op een zorgboerderij wonen. Hij heeft daar zijn eigen leven en dat gun ik hem ook, net zoals ik mijn andere kinderen dit gun. Uiteraard was dit een moeilijke weg. Ik heb vertrouwen gegeven aan de zorg en de zorgverleners de tijd gegeven om Pieter te leren kennen. Ik ben het gesprek met de zorgverleners aangegaan over mijn rol als moeder in de zorg van Pieter, want we moeten dit samen doen. Dat betekent dat ik echt los heb moeten laten. Dit was niet altijd even makkelijk. Daarnaast moet ik ook nog eens goed mijn grenzen bewaken als moeder en als mantelzorger. Want als ik omval daar heeft niemand iets aan. Soms voelt dit als een harde keuze, maar het houdt me wel op de been.’

Toch is Margot blij dat ze deze weg heeft gekozen voor Pieter. ‘Pieter heeft het enorm naar zijn zin op de zorgboerderij. Non-verbaal laat hij zien dat hij zich wel redt. Wanneer hij in het weekend bij mij is, staat hij zondagmiddag al in de gang met zijn koffer. Hij wil terug naar huis. Als hij thuis is dan duwt hij mij weg en zwaait mij uit: Mam, ik ben thuis. Je kunt gaan, ik red me wel! Er komt ooit een moment dat ik niet meer voor Pieter kan zorgen en het doet mij goed om te weten dat hij ergens woont wat nu zijn thuis is.’