Toen ik in 2017 op kamers ging wonen met mijn twee beste vriendinnetjes kon ik het niet beter treffen: de ouders van Nina wilden namelijk wel een appartement voor ons kopen! Er werd zelfs rekening gehouden met de toegankelijkheid voor mij. Het appartement was gelijkvloers, zat op de vijfde verdieping en er was een lift aanwezig. Ik zou een team van zorgverleners opzetten, maar mocht er onverwacht hulp nodig zijn, dan zouden de vriendinnen waarmee ik ging samenwonen een handige back-up zijn. De enige aanpassingen die ik dan nog nodig had, waren een geautomatiseerde deur bij de benedeningang en een douche- föhninstallatie op het toilet. Appeltje eitje, toch?! Via een wijkteam vroeg ik vervolgens een zogeheten keuken tafelgesprek aan. Er kwam iemand langs in de nieuwe woning en samen keken we naar wat er nog nodig is. Het was, naar mijn idee, een prima gesprek. Totdat ik een uurtje later een mail kreeg met de vraag of ik ook geïnformeerd heb naar een bestaande, nog beter aangepaste woning?
Ik vond dit een vreemde vraag en mailde terug dat de ouders van Nina iets voor ons hadden gekocht en daarmee rekening hadden gehouden met de toegankelijkheid, maar dat ik mij verder niet heb bemoeid met hun keuze. En dat ik natuurlijk heel erg graag met mijn twee beste vriendinnen wilde wonen. Een dag later werd ik gebeld. Ik kreeg de aanpassingen niet, omdat ik mijzelf niet eerst op ‘al reeds aangepaste woningen had georiënteerd’. Ik weet nog als de dag van gisteren hoe de grond onder mijn voeten wegzakte. Hoe gigantisch onbegrepen en ongehoord ik mij voelde. Huilend belde ik mijn moeder op.
Het had nogal wat voeten in de aarde. De gemeente gaf na ons protest uiteindelijk toe dat ze mij vooraf niet hadden geattendeerd op de voorwaarde, dat ik me eerst op bestaande aange paste woonruimte had moeten oriënteren. Inmiddels woon ik al zes jaar in dit heerlijke appartement, nog steeds samen met Nina, maar de start heeft wel een waar litteken bij mij achter gelaten. Ik was een negentienjarige student die net zoals alle andere jongeren op die leeftijd niets anders wilde dan haar vleugels uitspreiden. Die vanuit de beste intenties samen met de ouders van Nina het juiste dacht te doen, door een toegankelijke woning te kiezen mét vriendinnen als back-up mantelzorgers. Ik ben blij dat ik destijds voor mezelf ben opgekomen, maar soms schiet nog wel eens de vraag door mijn hoofd: ‘wat als ik dat
niet had gedaan…?’