‘Hij zei letterlijk: lijkt me helemaal niks zo gecommandeerd worden.’ ‘Echt?!’ Reageer ik verbaasd, terwijl Mila mijn haren kamt. ‘Ja’, zegt Mila lachend. ‘Ik zei ook dat het niet zo gaat. Allereerst vraag jij alles gewoon normaal en jij kán dingen niet, het is niet zo dat je mij rond commandeert met dingen die je zelf ook zou kunnen. Oh, en hij vroeg ook of ik zo’n wit jasje aan moet.’ We schieten allebei in de lach, waardoor de haarborstel vast komt te zitten in mijn haar, waardoor we nóg harder moeten lachen.
Ik werk al jaren met zelf gekozen zorgverleners; voornamelijk vrouwen van mijn eigen leeftijd. Hierdoor heb ik zelf de regie wie er aan m’n lijf komt. En doordat onze leefwerelden meestal goed op elkaar aansluiten, overheerst er allesbehalve een gevoel van ‘zorgverlener en cliënt’. Er hangt juist een fijne informele sfeer, waarin ik sturend ben in wat er gebeurt. En omdat de zorgverlener betaald krijgt, is dat weer in balans, althans, zo ervaar ik dat. Maar die ‘zorgverlener’, daar hebben veel mensen de meest uiteenlopende beelden bij. Dat ze hier in hun witte verpleegkundejasjes komen, dat ze 24/7 in mijn huis zijn, dat ze minimaal 50 plus zijn óf dat ze de hele tijd rond gecommandeerd worden. Dacht jij ook één (of meer) van deze dingen? Dan kan ik je vertellen dat ze gewoon lekker in hun alledaagse kledij komen, gemiddeld per dienst zo’n anderhalf uur hier zijn, de leeftijden tussen de 18 en de 30 jaar liggen en ik vrijwel niet hoef te commanderen, aangezien ze inmiddels wel weten wat er moet gebeuren.
‘Eva, waarom lopen al die mensen hier in galajurken?’ Sist Mila in mijn oor, terwijl we door de deur van de evenementenlocatie lopen waar ik vanavond een lezing moet geven. Ik heb Mila meegenomen om mij te ondersteunen bij het diner, toiletgang en alle overige zaken. ‘Eh, ja, goeie vraag.’ Fluister ik terug. ‘Ik denk dat er misschien toch een dresscode was?’ ‘Zou je denken?’ Reageert Mila sarcastisch. ‘Jij ziet er nog wel gala-waardig uit, maar mijn spijkerbroek met deze hoodie kunnen echt niet, ik ben zó underdressed.’
‘Boeie mop, dat ziet niemand.’ Een half uur later zitten we aan een tafel te dineren. Mila zit naast me in gesprek met de man die weer aan de andere kant naast haar zit. In pak. ‘Jij bent haar zorgverlener?’ Vraagt hij hoorbaar verbaasd. ‘Nou, de volgende keer trek ik een wit verpleegkundejasje aan hoor.’ Fluistert Mila even later in mijn oor.